DROP
m
DROP (Benefit of Governance in Drought Adaptation) In het project DROP (Benefit of Governance in Drought Adaptation) werken wetenschap (vijf NoordwestEuropese universiteiten en kennisinstellingen) en praktijk (zes Noordwest-Europese regionale waterautoriteiten) samen aan het ontwikkelen en implementeren van maatregelen in de zes regio’s van de waterautoriteiten. De wetenschappers hebben van alle deelnemende regio’s de sterke en zwakke punten in de governance structuren in kaart gebracht. Begin 2015 zijn de twee centrale eindproducten van DROP opgeleverd. Eén document is het DROP-handboek met voorbeelden van praktijkmaatregelen. Het ander is de Governance Assessment Guide. Hierin wordt de in het DROP project doorontwikkelde en gebruikte “governance assessment tool” beschreven en een deel van de resultaten die wij ermee hebben verkregen. Beide zijn te downloaden van de site www.dropproject.eu. In maart 2014 schreven we op de website van WGC over het INTERREG IVb NWE project DROP: Benefit of Governance in Drought Adaptation. Kort samengevat; DROP is een internationaal project met als onderwerp droogte-adaptatie. Bijzonder in DROP is de samenwerking tussen wetenschap (vijf Noordwest-Europese universiteiten en kennisinstellingen) en praktijk (zes Noordwest-Europese regionale waterautoriteiten). De praktijkpartners werken aan het ontwikkelen en implementeren van maatregelen ten behoeve van droogteadaptatie in hun beheersgebied, terwijl de wetenschappelijke partners een zogeheten ‘Governance Assessment Tool’ hebben ontwikkeld. Met dit instrument kunnen zij van regio’s de sterke en zwakke punten in de governance structuren in kaart brengen. De praktijk- en wetenschapspartners werken niet alleen naast elkaar, maar ook met elkaar. Hun wederzijdse uitwisseling van ervaringen en kennis zorgt voor zowel een effectievere implementatie van maatregelen (door betere bewustwording van kansen en belemmeringen in de regio) als voor een sterk empirisch fundament onder het wetenschappelijk onderzoek. Een manier waarop deze uitwisseling plaatsvond was door twee bezoekrondes van het wetenschappelijke team aan de zes regio’s. Interviews met lokale belanghebbenden en gesprekken met de waterautoriteiten zelf zorgden voor zowel onderzoeksdata als voor overleg over aanbevelingen vanuit het wetenschappelijke team richting de praktijkpartners. Begin 2015 zijn de twee centrale eindproducten van DROP opgeleverd. Eén document is het DROP-handboek met voorbeelden van praktijkmaatregelen. Hierin zijn (enkele van) de praktijkmaatregelen die de praktijkpartners hebben uitgevoerd beschreven en worden enkele meer generieke lessen getrokken aan de hand van de ontwikkeling en implementatie van de maatregelen. Ten eerste dat meer informatie, kennis en inzicht noodzakelijk is om droogte effectief tegen te gaan. Omdat droogte vaak een ‘onzichtbaar probleem’ is het inzichtelijk maken van het probleem stap één. Ten tweede, en daarmee samenhangend, is er in NoordwestEuropa behoefte aan meer bewustzijn en betrokkenheid op het thema droogte. Ten derde is het van belang te onderkennen dat er geen algemeen stappenplan bestaat om droogte tegen te gaan, waterautoriteiten zullen maatwerk moeten nastreven omdat tot op zekere hoogte ieder perceel zijn eigen unieke problemen én oplossingen zal kennen. Wél kan men veel leren van de onderlinge uitwisseling, want ondanks de eigen kenmerken van ieder beheersgebied kunnen de oplossingen van de één wel degelijk van pas komen in het gebied van de ander. Wanneer men maatregelen opstelt is het, ten vierde, van groot belang watertekorten en wateroverschotten integraal te benaderen. In het verleden hebben oplossingen voor een teveel aan water nogal eens na verloop van tijd voor droogteproblemen gezorgd. Een teveel aan water en een tekort aan water zijn beide tekenen van een onbalans in het regionale watersysteem, en van schommelbewegingen van het ene probleem naar het andere wordt niemand beter. Ten vijfde is het van groot belang om op meerdere niveaus tegelijkertijd te opereren. Zowel op macroniveau (beleidsmakers, wetenschappers, media) als op microniveau (boeren, grondeigenaren, lokale belangenorganisaties) moet er – samenhangend – gewerkt worden aan droogte-adaptatie. Droogte is niet een probleem dat door één groep actoren opgelost kan worden. DROP geeft zelf het goede voorbeeld van samenwerking door de uitwisseling tussen wetenschap en praktijk. De ‘Governance Assessment Tool’ is een nuttig instrument gebleken om de verbinding tussen niveaus te bevorderen, om bewustwording te genereren, en om de samenhang tussen waterproblemen – zowel tekorten
Blz. 2 van 2
als overschotten – te verkennen. Met dit instrument wordt op vijf verschillende dimensies de stand van zaken in een regio in kaart gebracht: 1. Schaalniveaus en bestuurslagen, 2. Actoren en netwerken, 3. Probleempercepties en doelambities, 4. Strategieën en instrumenten, en 5. Verantwoordelijkheden en hulpbronnen voor de uitvoering. Door middel van een set vragen die zijn ingedeeld in een matrix aan de hand van deze vijf dimensies, en vier criteria die benodigd zijn voor een governancecontext die droogte-adaptatie effectief ondersteunt, kunnen de faciliterende en beperkende aspecten van een regio onderzocht en beschreven worden. De vier criteria zijn: Reikwijdte (zijn de relevante aspecten uit de vijf dimensies compleet vertegenwoordigd?), Coherentie (versterken deze elkaar of werken ze elkaar tegen?), Flexibiliteit (is er ruimte om de meest effectieve weg naar het doel te kiezen?), en Intensiteit (hoeveel druk levert de interactie in en tussen de vijf dimensies op?). Op basis van de antwoorden op de vragen in deze matrix kan een ‘scorekaart’ opgesteld worden waardoor voor iedereen snel en toegankelijk inzichtelijk is welke governance omstandigheden in een regio belemmerend werken en welke omstandigheden ondersteunend zijn voor droogte-adaptatie. Dit instrument en een deel van de resultaten die wij ermee hebben verkregen staan beschreven in de tweede belangrijke output van DROP: de governance assessment guide.
Het werk van DROP van de afgelopen jaren kan vanzelfsprekend slechts ten dele in een nieuwsbriefbericht worden samengevat. Voor meer informatie verwijzen wij daarom graag naar onze website: http://www.dropproject.eu. Hierop kunt u ook digitale versies vinden van zowel het handboek als de governance assessment guide. Beide zijn te vinden onder het tabblad ‘Publications’. Voor meer informatie over het project DROP, de outputs, of de verdere activiteiten in 2015 kunt u contact opnemen met de projectleider van DROP, Nanny Bressers ([email protected]).
DROP (Benefit of Governance in Drought Adaptation) In het project DROP (Benefit of Governance in Drought Adaptation) werken wetenschap (vijf NoordwestEuropese universiteiten en kennisinstellingen) en praktijk (zes Noordwest-Europese regionale waterautoriteiten) samen aan het ontwikkelen en implementeren van maatregelen in de zes regio’s van de waterautoriteiten. De wetenschappers hebben van alle deelnemende regio’s de sterke en zwakke punten in de governance structuren in kaart gebracht. Begin 2015 zijn de twee centrale eindproducten van DROP opgeleverd. Eén document is het DROP-handboek met voorbeelden van praktijkmaatregelen. Het ander is de Governance Assessment Guide. Hierin wordt de in het DROP project doorontwikkelde en gebruikte “governance assessment tool” beschreven en een deel van de resultaten die wij ermee hebben verkregen. Beide zijn te downloaden van de site www.dropproject.eu. In maart 2014 schreven we op de website van WGC over het INTERREG IVb NWE project DROP: Benefit of Governance in Drought Adaptation. Kort samengevat; DROP is een internationaal project met als onderwerp droogte-adaptatie. Bijzonder in DROP is de samenwerking tussen wetenschap (vijf Noordwest-Europese universiteiten en kennisinstellingen) en praktijk (zes Noordwest-Europese regionale waterautoriteiten). De praktijkpartners werken aan het ontwikkelen en implementeren van maatregelen ten behoeve van droogteadaptatie in hun beheersgebied, terwijl de wetenschappelijke partners een zogeheten ‘Governance Assessment Tool’ hebben ontwikkeld. Met dit instrument kunnen zij van regio’s de sterke en zwakke punten in de governance structuren in kaart brengen. De praktijk- en wetenschapspartners werken niet alleen naast elkaar, maar ook met elkaar. Hun wederzijdse uitwisseling van ervaringen en kennis zorgt voor zowel een effectievere implementatie van maatregelen (door betere bewustwording van kansen en belemmeringen in de regio) als voor een sterk empirisch fundament onder het wetenschappelijk onderzoek. Een manier waarop deze uitwisseling plaatsvond was door twee bezoekrondes van het wetenschappelijke team aan de zes regio’s. Interviews met lokale belanghebbenden en gesprekken met de waterautoriteiten zelf zorgden voor zowel onderzoeksdata als voor overleg over aanbevelingen vanuit het wetenschappelijke team richting de praktijkpartners. Begin 2015 zijn de twee centrale eindproducten van DROP opgeleverd. Eén document is het DROP-handboek met voorbeelden van praktijkmaatregelen. Hierin zijn (enkele van) de praktijkmaatregelen die de praktijkpartners hebben uitgevoerd beschreven en worden enkele meer generieke lessen getrokken aan de hand van de ontwikkeling en implementatie van de maatregelen. Ten eerste dat meer informatie, kennis en inzicht noodzakelijk is om droogte effectief tegen te gaan. Omdat droogte vaak een ‘onzichtbaar probleem’ is het inzichtelijk maken van het probleem stap één. Ten tweede, en daarmee samenhangend, is er in NoordwestEuropa behoefte aan meer bewustzijn en betrokkenheid op het thema droogte. Ten derde is het van belang te onderkennen dat er geen algemeen stappenplan bestaat om droogte tegen te gaan, waterautoriteiten zullen maatwerk moeten nastreven omdat tot op zekere hoogte ieder perceel zijn eigen unieke problemen én oplossingen zal kennen. Wél kan men veel leren van de onderlinge uitwisseling, want ondanks de eigen kenmerken van ieder beheersgebied kunnen de oplossingen van de één wel degelijk van pas komen in het gebied van de ander. Wanneer men maatregelen opstelt is het, ten vierde, van groot belang watertekorten en wateroverschotten integraal te benaderen. In het verleden hebben oplossingen voor een teveel aan water nogal eens na verloop van tijd voor droogteproblemen gezorgd. Een teveel aan water en een tekort aan water zijn beide tekenen van een onbalans in het regionale watersysteem, en van schommelbewegingen van het ene probleem naar het andere wordt niemand beter. Ten vijfde is het van groot belang om op meerdere niveaus tegelijkertijd te opereren. Zowel op macroniveau (beleidsmakers, wetenschappers, media) als op microniveau (boeren, grondeigenaren, lokale belangenorganisaties) moet er – samenhangend – gewerkt worden aan droogte-adaptatie. Droogte is niet een probleem dat door één groep actoren opgelost kan worden. DROP geeft zelf het goede voorbeeld van samenwerking door de uitwisseling tussen wetenschap en praktijk. De ‘Governance Assessment Tool’ is een nuttig instrument gebleken om de verbinding tussen niveaus te bevorderen, om bewustwording te genereren, en om de samenhang tussen waterproblemen – zowel tekorten
Blz. 2 van 2
als overschotten – te verkennen. Met dit instrument wordt op vijf verschillende dimensies de stand van zaken in een regio in kaart gebracht: 1. Schaalniveaus en bestuurslagen, 2. Actoren en netwerken, 3. Probleempercepties en doelambities, 4. Strategieën en instrumenten, en 5. Verantwoordelijkheden en hulpbronnen voor de uitvoering. Door middel van een set vragen die zijn ingedeeld in een matrix aan de hand van deze vijf dimensies, en vier criteria die benodigd zijn voor een governancecontext die droogte-adaptatie effectief ondersteunt, kunnen de faciliterende en beperkende aspecten van een regio onderzocht en beschreven worden. De vier criteria zijn: Reikwijdte (zijn de relevante aspecten uit de vijf dimensies compleet vertegenwoordigd?), Coherentie (versterken deze elkaar of werken ze elkaar tegen?), Flexibiliteit (is er ruimte om de meest effectieve weg naar het doel te kiezen?), en Intensiteit (hoeveel druk levert de interactie in en tussen de vijf dimensies op?). Op basis van de antwoorden op de vragen in deze matrix kan een ‘scorekaart’ opgesteld worden waardoor voor iedereen snel en toegankelijk inzichtelijk is welke governance omstandigheden in een regio belemmerend werken en welke omstandigheden ondersteunend zijn voor droogte-adaptatie. Dit instrument en een deel van de resultaten die wij ermee hebben verkregen staan beschreven in de tweede belangrijke output van DROP: de governance assessment guide.
Het werk van DROP van de afgelopen jaren kan vanzelfsprekend slechts ten dele in een nieuwsbriefbericht worden samengevat. Voor meer informatie verwijzen wij daarom graag naar onze website: http://www.dropproject.eu. Hierop kunt u ook digitale versies vinden van zowel het handboek als de governance assessment guide. Beide zijn te vinden onder het tabblad ‘Publications’. Voor meer informatie over het project DROP, de outputs, of de verdere activiteiten in 2015 kunt u contact opnemen met de projectleider van DROP, Nanny Bressers ([email protected]).
