Uiterlijk Praat met je leraar/lerares over je familie en je vrienden. Wie is je familie. Waar wonen zij? Wie zijn je vrienden? Wat doen zij? Hoe zien zij eruit? Wat voor kleren vind jij mooi?
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 15
DIALOOG
Taken WERKGEVER:
Hallo Jan. Ben je klaar voor vandaag?
JAN: Nee. Ik moet nog vijf taken uitvoeren voordat ik naar huis kan! WERKGEVER: Wat moet je nog doen? JAN: Ik moet deze vertaling afmaken voordat ik een afspraak
maak voor morgen. Daarna moet ik dit verslag lezen en Tom een email sturen, en daarna moet ik Noortje bellen om het verslag te bespreken. WERKGEVER: Denk je dat je het allemaal kan doen!? JAN: Ik moet wel! WERKGEVER: Als het niet lukt moet je het maar
zeggen dan help ik je wel. JAN: Dat zal ik in gedachte houden, dank je wel.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 15
OEFENEN
Wat moet Jan nog doen voordat hij naar huis kan?
1) 2) 3) 4) 5)
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 15
OEFENEN
Zinnen maken, je moet het werkwoord nog vervoegen.
maandag – universiteit – inleveren – moeten – hij – het formulier – bij - de 2) een reis – maken – Jantien – deze zomer – naar Spanje - willen 3) kopen – wij – een nieuwe auto – gaan – volgende week 4) mogen – de kinderen – morgen – naar het feestje 5) Ik – willen – die nieuwe film – vanavond - zien
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 15
OEFENEN
Gespreksituatie met je leraar/lerares:
Jullie willen een afspraak maken, maar hebben het allebei erg druk. Maak verschillende suggesties zodat je een afspraak kan maken waar jullie allebei blij mee zijn..
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 15
OEFENEN
Gesprek met je leraar/lerares:
Hoeveel vrienden heb je? Welke boeken vind je interessant? Wat is je favoriete film? Hoeveel landen heb je bezocht?
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 15
EXTRA OEFENEN
Maak van 2 zinnen 1 met behulp van ‘die’ & ‘dat’
Het meisje loopt daar. Het meisje is mijn zusje. Zij heeft een broer. Hij heet Jan. Mijn vriendin woont in Amerika. Mijn vriendin heeft twee paarden. Mijn opa bouwt een huis. Hij woont in Friesland. De muziek is heel mooi. Mijn zusje speelt de muziek.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 15
EXTRA OEFENEN
Maak de zinnen negatief met ‘niet’ of ‘geen’
Rook jij? ______________ Dit is moeilijk. ______________ Ik heb een nieuwe fiets. _______________ Ga je morgen naar de bioscoop? _________ Ik wil een hond kopen. _________________
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 15
WAT HEBBEN WE GELEERD
Je uiterlijk beschrijven Nieuwe woorden leren Begrijpend lezen