Dutch A1 L12 Final
Niveau A1 - Les 12
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
WAT GAAN WE LEREN
Klokkijken
Wat ga je vandaag doen?
Afspraken maken
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
HERHALING
Begin een conversatie met je leraar/lerares: Waar hij/zij woont. Hoeveel broers en zusters hij/zij heeft. Hoe oud ze zijn en vertel hoe oud jij bent.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
WOORDEN
Klokkijken We gebruiken ‘uur’ voor het hele uur
4.00 (vier uur)
We gebruiken ‘over’ en ‘voor’ als we over minuten praten
6.10 (tien over zes ) 8.50 (tien voor negen)
We gebruiken ‘half’ voor het uur als we over +30 minuten praten
2.30 ( half drie) 10.30 (half elf)
We gebruiken ‘voor’ en ‘over’ ook met het kwartier
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
12.15 (kwart over twaalf) 3.45 (kwart voor vier)
WOORDEN
Klokkijken II uur
6.15 (kwart over zes) 6.20 (tien voor half zeven) Kwart voor
voor over over voor half half
Kwart over
6.40 ( tien over half zeven) 6.45 ( kwart voor zeven ) 7.00 ( zeven uur )
half
Hoe laat is het?
Nederlandse Taal
6.30 ( half zeven )
Niveau A1 Les 12
DIALOOG
Hoe laat kom je thuis? MARJAN: Hoe laat begin je op kantoor, Jeroen? JEROEN: Ik vertrek rond acht uur van huis zodat ik om half negen
op kantoor ben. MARJAN: Oh, dat is vroeg! JEROEN: Ja, maar ik stop om vier uur. Hoe laat begin jij,
Marjan? MARJAN: Ik begin pas om kwart over negen, want ik
werk tot half twaalf in de avond. JEROEN: Dat is een lange dag! MARJAN: Ja, maar ik heb een pauze tussen half
twee en kwart over vier.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
GRAMMATICA
Plannen maken We maken gebruik van tijd als we precies willen zeggen wanneer en hoe laat we iets gaan doen.
Ik begin werk om 8.30 in de ochtend. Zij heeft haar avondmaal om 7 uur. Hij studeert Nederlands om kwart over vier. Ik heb woensdags zwemles om 18.30.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
DIALOOG
Ik heb geen tijd. SUSAN: Hi Jan! Waar ga je heen?
Ik ga tennissen. Ik moet er om half twee zijn. Heb je zin om mee te gaan? JAN:
SUSAN: Ik zou wel willen , maar ik heb een vergadering
om
kwart voor twee. JAN: Ok, Ik kan wel op je wachten. Denk je dat je klaar bent
om drie uur? SUSAN: Ik denk het wel, maar laten we voor de
zekerheid om half vier afspreken. JAN: Ok dan zie ik je om half vier! SUSAN: Tot dan, doei!
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
OEFENEN
Vertel je leraar/lerares hoe laat jij...
Op straat Naar school/werk gaat Thuis komt Gaat eten TV kijkt Tijd aan je hobby’s besteedt. Woorden: 7.30
12.15
Nederlandse Taal
5.45
10.30
Niveau A1 Les 12
OEFENEN
Wat doe je elke dag, van maandag tot zondag.
Gebruik ook: in de ochtend. ‘s morgens enz. Vertel hoe laat je naar school,werk gaat, hoe laat je thuis komt, je eet en wanneer je Nederlands leert.
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
EXTRA OEFENEN
SPREEK DE ONDERSTAANDE GEGEVENS UIT.
maandag 4/2/1978
dinsdag / 14.50
vrijdag 18.20 woensdag / 1 december
zondag / ochtend / 7.15
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
zaterdag / 13 juni
WAT HEBBEN WE GELEERD?
We kunnen klokkijken We kunnen over onze dag vertellen We kunnen een afspraak maken
Al doende leert men!
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
WAT GAAN WE LEREN
Klokkijken
Wat ga je vandaag doen?
Afspraken maken
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
HERHALING
Begin een conversatie met je leraar/lerares: Waar hij/zij woont. Hoeveel broers en zusters hij/zij heeft. Hoe oud ze zijn en vertel hoe oud jij bent.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
WOORDEN
Klokkijken We gebruiken ‘uur’ voor het hele uur
4.00 (vier uur)
We gebruiken ‘over’ en ‘voor’ als we over minuten praten
6.10 (tien over zes ) 8.50 (tien voor negen)
We gebruiken ‘half’ voor het uur als we over +30 minuten praten
2.30 ( half drie) 10.30 (half elf)
We gebruiken ‘voor’ en ‘over’ ook met het kwartier
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
12.15 (kwart over twaalf) 3.45 (kwart voor vier)
WOORDEN
Klokkijken II uur
6.15 (kwart over zes) 6.20 (tien voor half zeven) Kwart voor
voor over over voor half half
Kwart over
6.40 ( tien over half zeven) 6.45 ( kwart voor zeven ) 7.00 ( zeven uur )
half
Hoe laat is het?
Nederlandse Taal
6.30 ( half zeven )
Niveau A1 Les 12
DIALOOG
Hoe laat kom je thuis? MARJAN: Hoe laat begin je op kantoor, Jeroen? JEROEN: Ik vertrek rond acht uur van huis zodat ik om half negen
op kantoor ben. MARJAN: Oh, dat is vroeg! JEROEN: Ja, maar ik stop om vier uur. Hoe laat begin jij,
Marjan? MARJAN: Ik begin pas om kwart over negen, want ik
werk tot half twaalf in de avond. JEROEN: Dat is een lange dag! MARJAN: Ja, maar ik heb een pauze tussen half
twee en kwart over vier.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
GRAMMATICA
Plannen maken We maken gebruik van tijd als we precies willen zeggen wanneer en hoe laat we iets gaan doen.
Ik begin werk om 8.30 in de ochtend. Zij heeft haar avondmaal om 7 uur. Hij studeert Nederlands om kwart over vier. Ik heb woensdags zwemles om 18.30.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
DIALOOG
Ik heb geen tijd. SUSAN: Hi Jan! Waar ga je heen?
Ik ga tennissen. Ik moet er om half twee zijn. Heb je zin om mee te gaan? JAN:
SUSAN: Ik zou wel willen , maar ik heb een vergadering
om
kwart voor twee. JAN: Ok, Ik kan wel op je wachten. Denk je dat je klaar bent
om drie uur? SUSAN: Ik denk het wel, maar laten we voor de
zekerheid om half vier afspreken. JAN: Ok dan zie ik je om half vier! SUSAN: Tot dan, doei!
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
OEFENEN
Vertel je leraar/lerares hoe laat jij...
Op straat Naar school/werk gaat Thuis komt Gaat eten TV kijkt Tijd aan je hobby’s besteedt. Woorden: 7.30
12.15
Nederlandse Taal
5.45
10.30
Niveau A1 Les 12
OEFENEN
Wat doe je elke dag, van maandag tot zondag.
Gebruik ook: in de ochtend. ‘s morgens enz. Vertel hoe laat je naar school,werk gaat, hoe laat je thuis komt, je eet en wanneer je Nederlands leert.
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
EXTRA OEFENEN
SPREEK DE ONDERSTAANDE GEGEVENS UIT.
maandag 4/2/1978
dinsdag / 14.50
vrijdag 18.20 woensdag / 1 december
zondag / ochtend / 7.15
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
zaterdag / 13 juni
WAT HEBBEN WE GELEERD?
We kunnen klokkijken We kunnen over onze dag vertellen We kunnen een afspraak maken
Al doende leert men!
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 12
