Dutch A1 L2 Final

Report 5 Downloads 40 Views
Niveau A1 - Les 2

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

WAT WE GAAN LEREN





Herhaling



De stam



Jezelf voorstellen

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

HERHALING



Begroet je leraar / lerares. Vraag hoe het met hem / haar gaat.

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

GRAMMATICA



DE STAM REGELS Weet je de uitspraak regels nog, de lange en de korte klinkers? Wonen, boom, eten, post, letter, lopen, muur

Waarom is het zo belangrijk dat je de uitspraak goed kent? Behalve om goed verstaanbaar te zijn is het ook belangrijk om werkwoorden te kunnen vervoegen. In het Nederlands eindigen de infinitieven in –en : drinken, vliegen lopen. Om een werkwoord te vervoegen moet je eerst de stam van het werkwoord vinden. De stam vind je door –en van het werkwoord te halen. Infinitief: drinken Infinitief: vliegen

stam : drink stam : vlieg

De stam is ook gelijk de ik-vorm van het werkwoord.

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

Oefening



Kan je de stam vinden? vergaderen _______ denken __________ rijden ___________

helpen _________ fietsen _________ kijken __________

De stam is ook de ik-vorm van de werkwoorden. Dus … Ik _______________ Ik _______________ Ik _______________ Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

GRAMMATICA



Er zijn drie stam regels Regel 1

Als de klinker in de infinitief lang is moet hij ook lang zijn in de stam. Als dat niet wonen - won -woon zo is moet je de klinker verdubbelen

De stam kan niet eindigen in twee gelijke Regel 2 pakken- pakk- pak klinkers, in dat geval neem je er een af. De stam kan niet eindigen in een –z of Regel 3 een –v. In dat geval verander je de –z in een –s en de –v in een –f.

Let op:

lezen

Nederlandse Taal

lez

lees

Niveau A1 Les 2

schrijven - schrijvschrijf bonzen- bonz- bons

OEFENING



Kan je de stam van deze werkwoorden vinden?

Geven

koken

Schrijven

eten

Basketballen

horen

Vul de juiste vorm in:

Ik Ik

een boek ( lezen ) ________

in Haarlem. ( wonen )

Ik _________ in een bank. ( werken)

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

GRAMMATICA

De werkwoorden ZIJN en HEBBEN. Infinitief Zijn

Ik ben

Ik ben Nederlands

Infinitief Hebben

Ik heb

Ik heb een computer.

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

 ::

VOORSTELLEN



Ik ben Marjan. Hallo, ik ben Marjan. Ik kom uit Nederland. Ik woon in Amsterdam. Ik ben lerares Nederlands. Ik houd van voetballen en van lezen.

Wie ben jij?

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

OEFENING



Kun je jezelf voorstellen?

Hallo, ik

.

Ik

uit

Ik

in

Ik

. .

.

Ik houd van

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

EXTRA OEFENEN



Vul de juiste vorm in.

Ik Ik

naar de stad. ( gaan ) morgen jarig. ( zijn ) ik morgen naar de tramhalte?

Ik Ik

Nederlandse Taal

vaak TV. ( kijken ) een beetje Nederlands. ( praten )

Niveau A1 Les 2

EXTRA OEFENEN



Geef de stam van de volgende werkwoorden.

Bezorgen

Voetballen

Twitteren

Moeten

Verkopen

Vliegen

Dansen

Plannen

Adverteren

Blaffen

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

WAT HEBBEN WE GELEERD?

De stam regels De ik-vorm van de werkwoorden Jezelf voorstellen

De ochtendstond heeft goud in de mond Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 2

