Dutch A1 L9 Final
Niveau A1 - Les 9
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
WAT GAAN WE LEREN
Trappen van vergelijking
Cijfers
Meer zinnen maken
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
HERHALING
Vertel je leraar/lerares wat voor weer het vandaag is. Wat zijn je hobby’s? Wat ga je vandaag doen?
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
GRAMMATICA
Trappen van vergelijking Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap. De stellende trap De vergrotende trap
geen uitgang +er
De overtreffende trap +st Als woorden in een –r eindigen dan krijgen ze bij vergrotende trap Als een woord in de overtreffende trap erg moeilijk wordt om uit te spreken Nederlandse Taal
+der
groot, klein, mooi, lief groter, kleiner, mooier, liever grootst, kleinst, mooist, liefst duur, duurder, duurst
gebruiken we vaak het logisch – logischer – meest logisch woordje ‘meest’ Niveau A1 Les 9
GRAMMATICA
Onregelmatige woorden weinig - minder - minst goed - beter - best veel - meer - meest graag - liever - liefst
Kort - ………. - ………….. Saai - ……….. - ………….. Slim - ………. - …………. Wit - ……….. - …………. Jong - ……… - …………. Veel - ……… - …………. Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
WOORDEN
Cijfers 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
-
nul één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
Nederlandse Taal
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
-
elf twaalf dertien veertien vijftien zestien zeventien achttien negentien twintig
Niveau A1 Les 9
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 -
tien twintig dertig veertig vijftig zestig zeventig tachtig negentig honderd
OEFENEN
Welk nummer is het? 34
92
12
4
75
59
67
21
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
88 46
DIALOOG
Ik ga op reis. SUSAN: Hallo Bob, waar ga je naar toe? BOB: Ik ga op reis. Ik ga voor vijf dagen naar New York! SUSAN: Ga je op zakenreis of voor je plezier?
Ik ga voor zaken, maar ik hoop meer te zien dan alleen het kantoor. BOB:
SUSAN: Oh, je moet beslist het Vrijheidsbeeld bekijken, dat is
het grootste beeld dat ik ooit heb gezien! Ja, dat ben ik van plan. En ook de gebouwen. In New York zijn de flatgebouwen ook groter dan in Nederland. BOB:
SUSAN: Daar heb je gelijk in. Ik wens
Nederlandse Taal
je een prettige reis.
Niveau A1 Les 9
OEFENEN
Samen oefenen
Vandaag is het een warme dag. Ik ga zwemmen na mijn les. Vanmiddag ga ik lunchen met Maria. Op dinsdag ga ik voor zaken naar Spanje. Op dinsdagmiddag ga ik naar een museum. ‘s Avonds ga ik uit eten met drie vrienden.
Lees deze zinnen en vertel dan over wat jij gaat doen.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
OEFENEN
Maak zinnen met de woorden hier onder.
groter
′s ochtends
meer
liefst
Nederlandse Taal
vandaag vijf
Niveau A1 Les 9
maandag mijn
Nederlands vrienden
EXTRA OEFENEN
Geef de trappen van vergelijking voor de volgende woorden:
Schoon - _____________ - ___________ Oud - ______________ - _______________ Goed - ____________ - _______________ Veel - _____________ - __________________ Mooi - _____________ - ____________ - _________
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
EXTRA OEFENEN
VUL HET JUISTE WOORD IN.
Mijn tuin is ____________ dan die van de buren. Mijn haar is ___________ dan het haar van Joke. Mijn zoon is de ___________ leerling in de klas. Wat heb je ____________ koffie of thee? Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is het __________ in dit land. korter
Nederlandse Taal
liever
mooist
Niveau A1 Les 9
beste
groter
WAT HEBBEN WE GELEERD?
Trappen van vergelijking Cijfers We hebben nog meer zinnen gemaakt
Dit is zo klaar als een klontje! Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
WAT GAAN WE LEREN
Trappen van vergelijking
Cijfers
Meer zinnen maken
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
HERHALING
Vertel je leraar/lerares wat voor weer het vandaag is. Wat zijn je hobby’s? Wat ga je vandaag doen?
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
GRAMMATICA
Trappen van vergelijking Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap. De stellende trap De vergrotende trap
geen uitgang +er
De overtreffende trap +st Als woorden in een –r eindigen dan krijgen ze bij vergrotende trap Als een woord in de overtreffende trap erg moeilijk wordt om uit te spreken Nederlandse Taal
+der
groot, klein, mooi, lief groter, kleiner, mooier, liever grootst, kleinst, mooist, liefst duur, duurder, duurst
gebruiken we vaak het logisch – logischer – meest logisch woordje ‘meest’ Niveau A1 Les 9
GRAMMATICA
Onregelmatige woorden weinig - minder - minst goed - beter - best veel - meer - meest graag - liever - liefst
Kort - ………. - ………….. Saai - ……….. - ………….. Slim - ………. - …………. Wit - ……….. - …………. Jong - ……… - …………. Veel - ……… - …………. Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
WOORDEN
Cijfers 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
-
nul één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien
Nederlandse Taal
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
-
elf twaalf dertien veertien vijftien zestien zeventien achttien negentien twintig
Niveau A1 Les 9
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 -
tien twintig dertig veertig vijftig zestig zeventig tachtig negentig honderd
OEFENEN
Welk nummer is het? 34
92
12
4
75
59
67
21
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
88 46
DIALOOG
Ik ga op reis. SUSAN: Hallo Bob, waar ga je naar toe? BOB: Ik ga op reis. Ik ga voor vijf dagen naar New York! SUSAN: Ga je op zakenreis of voor je plezier?
Ik ga voor zaken, maar ik hoop meer te zien dan alleen het kantoor. BOB:
SUSAN: Oh, je moet beslist het Vrijheidsbeeld bekijken, dat is
het grootste beeld dat ik ooit heb gezien! Ja, dat ben ik van plan. En ook de gebouwen. In New York zijn de flatgebouwen ook groter dan in Nederland. BOB:
SUSAN: Daar heb je gelijk in. Ik wens
Nederlandse Taal
je een prettige reis.
Niveau A1 Les 9
OEFENEN
Samen oefenen
Vandaag is het een warme dag. Ik ga zwemmen na mijn les. Vanmiddag ga ik lunchen met Maria. Op dinsdag ga ik voor zaken naar Spanje. Op dinsdagmiddag ga ik naar een museum. ‘s Avonds ga ik uit eten met drie vrienden.
Lees deze zinnen en vertel dan over wat jij gaat doen.
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
OEFENEN
Maak zinnen met de woorden hier onder.
groter
′s ochtends
meer
liefst
Nederlandse Taal
vandaag vijf
Niveau A1 Les 9
maandag mijn
Nederlands vrienden
EXTRA OEFENEN
Geef de trappen van vergelijking voor de volgende woorden:
Schoon - _____________ - ___________ Oud - ______________ - _______________ Goed - ____________ - _______________ Veel - _____________ - __________________ Mooi - _____________ - ____________ - _________
Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
EXTRA OEFENEN
VUL HET JUISTE WOORD IN.
Mijn tuin is ____________ dan die van de buren. Mijn haar is ___________ dan het haar van Joke. Mijn zoon is de ___________ leerling in de klas. Wat heb je ____________ koffie of thee? Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie is het __________ in dit land. korter
Nederlandse Taal
liever
mooist
Niveau A1 Les 9
beste
groter
WAT HEBBEN WE GELEERD?
Trappen van vergelijking Cijfers We hebben nog meer zinnen gemaakt
Dit is zo klaar als een klontje! Nederlandse Taal
Niveau A1 Les 9
