Dutch A1 L6 Final

Report 4 Downloads 83 Views
Niveau A1 - Les 6

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

WAT GAAN WE LEREN





Woordvolgorde



Bijvoegelijke naamwoorden



Het meervoud



Praten over hobby’s

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

GRAMMATICA



Bijvoegelijke naamwoorden (BNW ) Een bijvoegelijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord, het geeft de eigenschap of een kenmerk aan, ze staan vaak vlak voor het zelfstandige naamwoord. De BNW’s eindigen altijd in een –E als ze voor het zelfstandige naamwoord staan. Bijvoorbeeld: Het lieve hondje.

De lekkere stroopwafel.

Maar: Het hondje is lief. De stroopwafel is lekker

Toch is er een geval dat de het BNW geen –E krijgt. En dat is als er drie voorwaarden op het zelfde moment gelden. Als: Het zelfstandig naamwoord is een ‘het’ woord. Er ‘een’ of ‘geen’ voor staat. Het zelfstandig naamwoord enkelvoud is

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

OEFENEN



Bijvoegelijke naamwoorden Laten we het proberen

Het kopje koffie staat op deze …… tafel. ( rond ) Het …….meisje zit op een …… stoel. ( klein / groot ) Een ……gezicht is vaak mooi. ( rond ) Een ……meisje zit op een …….krukje. ( klein / groot )

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

OEFENEN



Bijvoegelijke naamwoorden Laten we het proberen

- Het kopje koffie staat op deze …… tafel. ( rond ) - Het …….meisje zit op een …… stoel. ( klein / groot) - Een ……gezicht is vaak mooi. ( rond ) - Een ……meisje zit op een …….krukje. ( klein / groot )

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

DIALOOG



Wat vind je leuk om te doen? KEES: Hallo Marijke, vind je het leuk om te zwemmen? MARIJKE: Nee, Ik houd meer van lezen. Vind jij het leuk

om te lezen? KEES: Nee, maar ik houd van wandelen.

Jan, vind jij het

leuk om te wandelen? JAN: Nee, maar ik vind het echt leuk om televisie te

kijken!

Jane, houd jij van televisie kijken?

JANE: Ja! Ik houd echt van televisie

Nederlandse Taal

kijken!

Niveau A1 Les 6

GRAMMATICA



Woordvolgorde De woordvolgorde in het Nederlands is:

Ik

ga

elke dag

1

2

3

wie -

werkwoord -

wanneer

met de tram

naar mijn werk.

4 -

wat

5 -

waar

Probeer goede zinnen te maken. gaat - op vakantie - Jan - naar Spanje - elk jaar Maria - elke dag - voor ontbijt - appelmoes - wil Karim - in Amsterdam - een bakkerij - heeft - al twee jaar

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

Exemple

DIALOOG



Wil je een kopje koffie? KEES: Hallo Marijke, hoe vaak drink je een kopje koffie? MARIJKE: Niet zo vaak, ik drink liever thee! KEES: Drink je geen koffie na het avondeten? MARIJKE: Als ik in een restaurant eet, drink ik soms koffie na het eten.

Drink jij vaak koffie Kees? KEES: Ja, ik drink heel veel koffie!

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

WOORDEN



Meervoud ( regelmatige zelfstandige naamwoorden ) De meest voorkomende vorm voor de regelmatige zelfstandige naamwoorden is –EN. Let goed op de spelling. krant - kranten fles - flessen prijs - prijzen bos - bossen brief - brieven boot - boten Een andere veel voorkomende vorm is –S tafel - tafels huisje - huisjes meisje - meisjes auto - auto’s

firma - firma’s deken - dekens

Geef het meervoud van de onderstaande woorden:

jongen

………….

krant ………….

Nederlandse Taal

bakker dag

Niveau A1 Les 6

……….. …………

broodje menu

……… ………..

WOORDEN



Hobby’s Zwemmen Wandelen Praten / converseren Studeren Lezen TV kijken Naar muziek luisteren

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

OEFENEN



Praat met je leraar / lerares over je hobbies. Hij / zij kan je helpen met meer woorden.

Houd je van koffie? Drink je alcoholische drankjes?

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

EXTRA OEFENEN



Geef het meervoud van de volgende woorden.

Paard

feest

Pen

tasje

Tafel

bloem

Stoel

tulp

Meisje

haring

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

EXTRA OEFENEN



Maak juiste zinnen

Op het strand – liggen – op een handdoek – veel mensen - ‘s zomers Mijn moeder – sinds gisteren – verkoopt – boeken – op internet Morgen – mijn vriend – gaat – met de trein – naar Amsterdam Bij mijn vriendin – ik – elke zaterdag – drink – een kopje koffie Vanavond – mijn zoon – een toespraak – in de bioscoop – luistert - naar

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6

WAT HEBBEN WE GELEERD?



De juiste woordvolgorde. Hoe we bijvoegelijke naamwoorden gebruiken. Het meervoud van de zelfstandige naamwoorden Praten over hobby’s

Kom je morgen op de koffie?

Nederlandse Taal

Niveau A1 Les 6